Nederland bungelt onderaan in Europa als het gaat om vrouwen in techniek

Nederland scoort opvallend slecht als het gaat om de deelname van vrouwen aan technische beroepen. Volgens een onderzoek van workforce consultancy SThree en het Centre for Economics and Business Research (Cebr) staat Nederland op plek 31 van 36 onderzochte landen. Alleen landen als Turkije, Noorwegen en Canada doen het slechter. Daarmee blijft Nederland ver achter bij buurlanden als België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.

En dat terwijl het tekort aan technisch personeel in Nederland nijpend is. Volgens het UWV staan er momenteel bijna 80.000 technische vacatures open, waarvan 15.000 op academisch niveau. De mismatch is opvallend, zeker gezien het feit dat Nederlandse technische universiteiten wereldwijd tot de top behoren.

Een belangrijke oorzaak is het teruglopende aandeel van meisjes in exact onderwijs op basis- en middelbare scholen. Uit recente cijfers blijkt dat slechts 10 procent van de meisjes in het vierde leerjaar van het voortgezet onderwijs kiest voor een technisch profiel, tegenover 28 procent van de jongens. Ook op de basisschool dalen de prestaties van meisjes in rekenen sneller dan die van jongens.

Zelfs als vrouwen een technische studie afronden, stappen velen alsnog niet het vakgebied in. Slechts 31 procent van hen komt daadwerkelijk in een technisch beroep terecht, tegenover 51 procent van de mannen.

Volgens Margot van Soest, Managing Director bij SThree, blijft er daardoor veel potentieel onbenut: “In een krappe arbeidsmarkt kunnen we het ons niet veroorloven om de helft van het talent links te laten liggen. Door meisjes op jonge leeftijd al enthousiast te maken voor techniek, kunnen we structureel iets doen aan het tekort.”