
Demissionair minister van Sociale Zaken Mariëlle Paul heeft besloten om maatregelen terug te draaien die bedoeld waren om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren, is te lezen op de website van BNR. Daardoor blijft het voor werkgevers mogelijk om huurkosten voor huisvesting rechtstreeks op het loon van arbeidsmigranten in te houden. De maatregel leidt tot verdeeldheid: werkgeversorganisaties spreken van “praktische noodzaak”, terwijl vakbonden en politici het “een stap terug in de bescherming van werknemers” noemen.
Maatregel teruggedraaid
De oorspronkelijke plannen — ingevoerd door voormalig minister Eddy van Hijum — moesten de afhankelijkheid van arbeidsmigranten verminderen door wonen en werken te scheiden. Vanaf 2026 zou het inhouden van huur op het loon niet langer zijn toegestaan. Volgens critici leidde de koppeling van “bed en baan” tot misstanden en zelfs dakloosheid zodra iemand zijn baan verloor.
Minister Paul heeft echter besloten om de maatregel te schrappen, met als argument dat in de huidige krappe arbeidsmarkt werkgevers flexibiliteit moeten behouden om huisvesting te regelen.
Kritiek uit de politiek
Volgens Mariette Patijn, Tweede Kamerlid voor GroenLinks-PvdA, is dit “een grote stap in de verkeerde richting”.
“Op het moment dat je je baan verliest, verlies je ook je bed en je huis,” waarschuwt Patijn. “Dat is precies de afhankelijkheid die we juist wilden doorbreken.”
Patijn stelt dat het schrappen van de maatregel de kans op dakloosheid en misbruik vergroot. Ze kondigde aan direct na de installatie van de nieuwe Tweede Kamer een spoeddebat te zullen aanvragen.
“Het is een lelijk besluit van een demissionair kabinet om af te wijken van eerder beleid zonder debat,” aldus Patijn.
Werkgevers: “Looninhouding biedt juist transparantie”
Werkgeversorganisaties zien het anders. Jurriën Koops, directeur van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU), noemt het besluit verstandig. Volgens hem zorgt looninhouding juist voor controleerbaarheid en transparantie.
“Als de huur zichtbaar wordt ingehouden op de loonstrook, kan toezicht plaatsvinden. Anders verdwijnt het in schimmige betalingen via tikkies of contant geld,” zegt Koops.
De mogelijkheid om huur in te houden bestaat al acht jaar via de Wet aanpak schijnconstructies. Koops benadrukt dat er in de cao’s voor uitzendkrachten duidelijke grenzen zijn vastgelegd over wat er mag worden ingehouden.
“Er zijn beperkingen aan wat je in rekening mag brengen. Het is niet zo dat werkgevers dubbel verdienen.”
Onzekerheid en misbruik
Toch wijzen tegenstanders erop dat misstanden nog steeds voorkomen. Patijn noemt voorbeelden van werkgevers die huur zowel inhouden als extra bedragen via betaalverzoeken innen.
“Dat geeft een valse schijnzekerheid. Sommige werkgevers doen het netjes, maar veel anderen niet,” aldus Patijn.
Koops pleit daarom voor “flankerend beleid”: niet het verbod op looninhouding, maar betere regels voor kwalitatieve huisvesting en huurbescherming.
“Zonder duidelijke wetgeving verdwijnt de controle en wordt het nog schimmiger,” stelt hij.
Politieke nasleep
De timing van het besluit — één dag na de verkiezingen — roept extra vragen op in Den Haag. Volgens Patijn is het opmerkelijk dat een demissionaire minister besluit om lopend beleid terug te draaien.
“We hebben hierover uitgebreid debat gehad. En nu wordt dit in stilte teruggedraaid. Dat hoort niet in een gezonde democratie.”
Met het besluit blijft de praktijk waarin werkgevers huur mogen inhouden op het loon van arbeidsmigranten voorlopig bestaan. Daarmee lijkt het streven om wonen en werken structureel te ontkoppelen voorlopig van de baan.
Platform dat HR-professionals verbindt en actuele informatie brengt op het gebied van arbeidsvoorwaarden.

