Helft Nederlanders in loondienst vindt het taak overheid om ontwikkeling financieel te stimuleren

Maar liefst 34 procent van de Nederlanders in loondienst zegt volgend jaar geen opleiding te gaan volgen, vanwege de afschaffing van het STAP-budget. Dit blijkt uit onderzoek van HR-dienstverlener Visma | Raet, uitgevoerd onder ruim 1.000 Nederlanders in loondienst. Het STAP-budget werd op 1 maart 2022 door de overheid ingevoerd en bood volwassenen de mogelijkheid jaarlijks €1.000,- subsidie aan te vragen voor scholing en ontwikkeling. Tot dusver heeft twaalf procent van de ondervraagden van deze regeling gebruikgemaakt. Vanaf januari 2024 wordt het STAP-budget afgeschaft.

Werkende Nederlanders die in het verleden gebruik hebben gemaakt van het STAP-budget zijn nog stelliger als het gaat om een opleiding volgen zonder dit extra budget. Maar liefst 61 procent van hen geeft aan volgend jaar geen opleiding te volgen nu het STAP-budget wordt afgeschaft.

Wie betaalt? Overheid versus werkgever
Met de afschaffing van het STAP-budget, rijst de vraag of en door wie dit budget gecompenseerd moet worden. De meerderheid van werkend Nederland (56%) vindt dat het de taak van de overheid is om ontwikkeling op de werkvloer financieel te stimuleren. Maar ook werkgevers worden in deze kwestie aangekeken. Zo verwacht maar liefst 29 procent van de werkenden dat hun werkgever hen voor dit exacte bedrag zal compenseren. 30 procent hoeft geen exacte compensatie, maar verwacht wel dat hun werkgever het algemene opleidingsbudget verhoogt, zodra het STAP-budget is afgeschaft.

Zelf betalen zit er niet in
Zelf de portemonnee trekken voor een opleiding zit er niet snel in: 58 procent van de werkenden volgt alleen een opleiding als hun werkgever deze volledig financiert. Opvallend is dat bij de mensen die eerder al een STAP-opleiding volgden, dit percentage niet hoger ligt (54%).

Joke van der Velpen, Manager Wet- en Regelgeving bij Visma | Raet: “Dankzij het STAP-budget kon een veel breder publiek zich ontwikkelen middels cursussen of opleidingen. Nu het budget wegvalt zal ook de ontwikkeling binnen bepaalde beroepsgroepen terugvallen. Aangezien een leven lang ontwikkelen een belangrijk thema is op de arbeidsmarkt, moeten werkgevers bij zichzelf te rade gaan hoe ze hier hun verantwoordelijkheid in kunnen nemen. Er zijn daarin verschillende opties. Scholing kan bijvoorbeeld een onderdeel zijn van het pakket aan flexibele arbeidsvoorwaarden, waardoor je scholing uit kunt ruilen tegen bijvoorbeeld extra vakantiedagen. Met dit soort regelingen zorgen we er samen voor dat een leven lang ontwikkelen niet tot stilstand komt.”