Bedrijven investeren in zit-stabureaus, maar gebruik blijft beperkt

Uit onderzoek van Motivaction in opdracht van de Beweegalliantie, in samenwerking met TNO, waarover het AD berichtte, blijkt dat bedrijven weliswaar massaal investeren in zit-stabureaus, maar dat deze in de praktijk nauwelijks worden gebruikt. Van de ondervraagde werknemers geeft 71 procent aan dat deze bureaus niet of nauwelijks worden benut.

Veel bedrijven schaffen kantoormiddelen aan om beweging tijdens de werkdag te stimuleren, zoals bureaufietsen of zit-stabureaus. Toch blijft de toepassing in het dagelijks werk achter. Zo geeft 78 procent van de respondenten aan dat staand vergaderen geen norm is, en 96 procent zegt zelden of nooit mee te doen aan wandelvergaderingen. Volgens 84 procent komen zulke initiatieven in hun organisatie zelfs helemaal niet voor.

Ondanks dat geeft bijna de helft van de werkenden aan dat zij graag werk zouden doen waarbij meer beweging mogelijk is. “We zijn gewoontedieren en vaak liever lui dan moe,” aldus Carl Verheijen, voorzitter van de Beweegalliantie, in het AD. “We zijn gewend om zittend te vergaderen, dat zit in onze werkcultuur.”

Volgens de onderzoekers zijn er ook gevolgen op langere termijn. Uit het onderzoek blijkt dat 65 procent van de respondenten lichamelijke klachten ervaart, zoals nek- en schouderklachten, door langdurig zitten. Langdurige inactiviteit verhoogt bovendien het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en bepaalde vormen van kanker.

Martin Hersman, oud-topschaatser en adviseur op het gebied van gezond werkgeverschap, stelt dat de effecten van te veel zitten vaak pas jaren later merkbaar zijn. In het artikel wijst hij erop dat onvoldoende beweging uiteindelijk leidt tot prestatieverlies en uitval onder personeel. Ook geeft hij aan dat werkgevers hierin een voorbeeldfunctie vervullen. “Mensen luisteren niet naar wat je zegt, maar kijken naar wat je doet,” aldus Hersman in het AD.

Verheijen pleit ervoor om fysieke activiteit ook meetbaar te maken binnen organisaties, bijvoorbeeld door in jaarverslagen op te nemen hoeveel er extra bewogen is. Volgens hem helpt dit om het onderwerp structureel op de agenda te zetten.