Volgens een artikel van de NOS moet een zzp'er die minder dan €36 per uur verdient, meer kans krijgen om als werknemer te worden gezien, met alle bijbehorende rechten. Deze grens is opgenomen in het wetsvoorstel Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR), dat demissionair minister Van Hijum vandaag naar de Tweede Kamer stuurt.
Van Hijum: “We versterken de positie van mensen die gedwongen tegen een lager salaris via een zzp-constructie werken.”
Zzp’ers met een tarief onder de €36 krijgen met dit voorstel het ‘rechtsvermoeden van werknemerschap’. Ze kunnen stellen dat ze feitelijk werknemer zijn, waarna de werkgever moet bewijzen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Gaat dat niet, dan hebben zij recht op onder andere zwangerschap- en ziekteverlof, ontslagbescherming, werkloosheidsuitkering en arbeidsongeschiktheidsvoorziening.
Naast de tariefgrens bevat het wetsvoorstel ook andere criteria, zoals de mate van aansturing, het ondernemersrisico en gedrag buiten het werk, zoals het werven van eigen klanten.
Van Hijum: “Als je aangestuurd wordt in je werk en je loopt geen ondernemersrisico, dan ben je een werknemer en heb je recht op de zekerheid die daarbij hoort. En als je echt zelfstandig werkt en onderneemt, dan is daar alle ruimte voor.”
In 2024 werkten circa 1,3 miljoen Nederlanders als zzp’er. Daarvan zijn naar schatting zo’n 200.000 schijnzelfstandigen – mensen die volgens de overheid onterecht als zelfstandige worden gezien, wat leidt tot ongelijkheid en oneerlijke concurrentie.
De wet heeft al ingangsdatum 1 juli 2026, afhankelijk van instemming van Tweede en Eerste Kamer.
Platform dat HR-professionals verbindt en actuele informatie brengt op het gebied van arbeidsvoorwaarden.