Volgens cijfers van Eurostat en een analyse van het UWV (gemeld door NU.nl) is Nederland Europees koploper als het gaat om werkende jongeren. Maar liefst 75 procent van de Nederlanders tussen de 15 en 25 jaar heeft een (bij)baan. Daarmee werken Nederlandse jongeren aanzienlijk vaker dan hun leeftijdsgenoten in andere EU-landen, waar gemiddeld slechts een derde een baan heeft.
Studie combineren met werk
In Nederland combineert zeven op de tien jongeren hun studie met een bijbaan. Dat is in veel andere landen minder gebruikelijk. Zo kennen sommige landen striktere regels: in Frankrijk kan een student zijn status verliezen als hij of zij meer dan 19,5 uur per week werkt. Ook ontmoedigen universiteiten in sommige landen studenten om tijdens hun studie te werken.
Hoogleraar arbeidsmarkt Pierre Koning wijst daarnaast op de Nederlandse cultuur van kleine banen. “We hebben in Nederland een traditie waarbij jongeren al vroeg een bijbaan hebben, vaak naast school of studie. Werkgevers spelen daarop in met flexibele werktijden en kleine contracten.”
Minimumjeugdloon maakt jongeren aantrekkelijk
Een belangrijke factor is het minimumjeugdloon. Jongeren onder de 21 jaar verdienen per uur aanzienlijk minder dan oudere werknemers. Dat maakt hen aantrekkelijk voor werkgevers om in te zetten voor kleine banen. Zo verdient een vijftienjarige in Nederland €4,32 per uur, tegenover €14,40 voor iemand ouder dan 21.
In landen zonder minimumjeugdloon, zoals Duitsland, Tsjechië en Spanje, liggen de lonen voor jongeren veel hoger. Een achttienjarige in Duitsland ontvangt bijvoorbeeld €12,82 per uur, bijna twee keer zoveel als in Nederland. Volgens arbeidsmarktadviseur Michel van Smoorenburg van het UWV is dat een verklaring voor de relatief hoge werkparticipatie van jongeren in Nederland.
Horeca en detailhandel populair
De meeste jongeren werken in de horeca: ongeveer 60 procent van het horecapersoneel is jonger dan 25 jaar. Ook in de detail- en groothandel is een groot aandeel jongeren actief (33 procent). Volgens arbeidsmarktdeskundige Bart van Krimpen is dit deels een kwestie van gewenning. “De horeca draait al jaren grotendeels op jongere werknemers en is daar ook op ingericht, bijvoorbeeld met flexibele roosters. Tegelijkertijd zijn het sectoren met pieken in de werkdruk, waar jongeren een welkome aanvulling zijn.”
Licht dalende trend
Hoewel Nederland duidelijk koploper blijft, is het aandeel werkende jongeren de laatste jaren iets afgenomen: van 77 procent in 2023 naar 75 procent in 2024. Ook groeit het aantal jongeren dat geen werk heeft en daar niet actief naar zoekt, bijvoorbeeld door ziekte.
Daarnaast gaat het minimumjeugdloon in 2027 omhoog, wat jongeren meer bestaanszekerheid geeft, maar mogelijk ook de vraag naar jong personeel drukt. Volgens Koning is er echter nog geen sprake van een echte trend: “De verschillen zijn te klein om daar harde conclusies uit te trekken.”
Platform dat HR-professionals verbindt en actuele informatie brengt op het gebied van arbeidsvoorwaarden.