Als flexibel werken niet mogelijk is bij hun werkgever, dan gaat 40% van de Nederlandse werknemers op zoek naar een andere baan. Zo’n 6% neemt ontslag. Ook wordt van ruim de helft van de werknemers (51%) verwacht dat ze volledig op kantoor werken, terwijl maar een klein deel (17%) dat ook echt wil. Daarmee blijkt er nog steeds een mismatch te zijn tussen werkgevers en werknemers als het gaat om flexibel of hybride werken. Dat (en meer) komt naar voren uit State of Hybrid Work 2023: Nederland, het recente onderzoek van Owl Labs onder 2.000 Nederlandse werknemers.
Hybride werken is als begrip volledig ingeburgerd: het is een van de erfenissen van de COVID-19-pandemie. Bijna de helft van de Nederlandse werknemers werkt op dit moment flexibel. Dat dat deel niet groter is, is volgens werknemers te wijten aan de werkgevers. Uit het onderzoek van Owl Labs blijkt dat 45% van de werknemers denkt dat hun bedrijf hen verplicht om op kantoor te werken vanwege traditionele werkverwachtingen. Terwijl uit hetzelfde onderzoek naar voren komt dat 62% van de managers zegt dat hun teams productiever zijn wanneer ze hybride of op afstand werken.
Hoe verschillend denken werkgevers en werknemers over hybride werken? De mismatch zit vooral bij de verplichte kantooraanwezigheid.
Er blijkt ook een mismatch te zitten tussen de Eerste Kamer en werknemers. Een grote meerderheid (70%) van de werknemers vindt dat het recht op hybride werken in de wet moet worden vastgelegd. Helaas voor deze groep is het wetsvoorstel Werken waar je wilt verworpen door de Eerste Kamer. Zij vinden dat werkgevers en werknemers in staat zijn om goede afspraken te maken, waardoor de wet volgens hen weinig waarde toevoegt.
Een kopje ‘inklok-koffie’?
De mismatch tussen werkgevers en werknemers kan dus leiden tot het vertrek van de medewerker. Een ander, relatief nieuw verschijnsel is het zogeheten coffeebadging (badge is hier de medewerkerspas): medewerkers die hybride werken, komen naar kantoor, alleen om even een praatje te maken bij de koffiemachine en zo hun gezicht te laten zien. Ruim vier op de tien (41%) medewerkers zegt geregeld zo’n kopje ‘inklok-koffie’ te drinken op kantoor, 10% zegt dat ook wel eens te willen proberen.
Frank Weisshaupt, CEO van Owl Labs: “Hybride kunnen werken blijkt voor veel werknemers een belangrijk argument in de keuze voor een werkgever. Als bijna de helft van de werknemers zegt van baan te willen wisselen als ze niet hybride kunnen werken, dan is dat een wezenlijk signaal voor werkgevers. In arbeidsvoorwaarden en in faciliteiten zullen ze hun werknemers tegemoet moeten komen. Er zijn ook nauwelijks argumenten te vinden om hybride werken níet toe te staan. Bijna twee derde van de leidinggevenden constateert dat hybride werkers productiever zijn dan pure kantoorwerkers.”
“Technologie kan werkgevers helpen om over hun aarzeling over hybride werken heen te komen. Goede conferencingoplossingen maken het mogelijk om de gevoelde afstand tussen mensen op kantoor en op afstand te verkleinen of zelfs helemaal weg te nemen”, vervolgt Frank. “De meerderheid van de medewerkers zou betere video- en audiotoepassingen voor hybride vergaderruimtes toejuichen. Niet verwonderlijk, want 91% van de vergaderingen heeft ten minste één deelnemer op afstand en 80% van alle deelnemers heeft bij hybride vergaderingen tijd verspild door technische problemen.”
Een derde van de werknemers klust bij
Uit State of Hybrid Work 2023: Nederland komt nog een opvallend resultaat. Bijna één op de drie Nederlandse werknemers (31%) blijkt een baan naast hun reguliere baan (of een ‘klusje erbij’) te hebben. Opmerkelijk genoeg zijn het vooral de managers die bijklussen. Van alle mensen die aangeven dat ze een of meer bijbaantjes hebben, is 88% manager en 12% een ‘gewone’ werknemer.
Andere resultaten en opmerkelijkheden
Andere bevindingen uit het onderzoek die naar boven komen zijn:
Platform dat HR-professionals verbindt en actuele informatie brengt op het gebied van arbeidsvoorwaarden.