Op 31 oktober 2023 meldde het CBS dat het aantal vakbondsleden sinds 1963 niet zo laag is geweest. Eind maart 2023 waren er 1,4 miljoen mensen lid van een vakbond, wat een afname betekent van 63 duizend leden (4 procent) ten opzichte van 2021. Hoewel het aantal vakbondsleden al sinds 2012 gestaag afneemt, was de daling in 2023 minder sterk dan in de voorgaande jaren 2021 en 2019, waar afnames van respectievelijk 98 duizend en 101 duizend leden werden genoteerd.

Bij een gedetailleerde blik op de cijfers viel op dat de grootste afname zich voordeed bij de leeftijdsgroep tussen 45 jaar en de AOW-leeftijd. Desondanks behoort ruim de helft van de vakbondsleden tot deze leeftijdscategorie. Interessant genoeg gaf 22 procent van de leden die in 2023 de AOW-leeftijd bereikten of ouder waren aan, nog steeds lid te zijn van een vakbond.

Het CBS en TNO voerden in 2022 de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) uit, waaruit bleek dat 54 procent van de niet-leden aangaf nooit serieus overwogen te hebben lid te worden van een vakbond. Daarnaast vond 12 procent dat vakbonden geen invloed meer hadden op hun arbeidsvoorwaarden, terwijl 8 procent het lidmaatschap te duur vond en 6 procent van mening was dat vakbonden hun belangen niet adequaat behartigden. Opmerkelijk is dat vooral jongere werknemers deze sentimenten uitspraken. Zo zei 62 procent van de 15- tot 25-jarigen en 66 procent van de 25- tot 35-jarigen nooit serieus overwogen te hebben om lid te worden. Bij vrouwelijke niet-leden was dit percentage zelfs 59 procent, vergeleken met 49 procent van de mannelijke niet-leden.

Het CBS concludeerde uit deze gegevens dat, ondanks de gestage afname van het aantal vakbondsleden, er nog steeds een aanzienlijk aantal mensen lid blijft van vakbonden. Echter, de perceptie en waarde van vakbondslidmaatschap lijken te veranderen, vooral onder jongere generaties.