In 2023 hebben de cao-lonen in Nederland een historische sprong gemaakt door gemiddeld met 6,1 procent te stijgen ten opzichte van het voorgaande jaar, bijna een verdubbeling van de 3,2 procent stijging in 2022. Dit markeert de grootste loonstijging in meer dan veertig jaar, aldus recente cijfers van het CBS.

De stijging werd gedeeltelijk aangedreven door de hoge inflatie, maar ondanks deze aanzienlijke toename in cao-lonen, konden werknemers niet genieten van een overeenkomstige toename in koopkracht. In het laatste kwartaal van 2023 steeg het loon met 6,9 procent op jaarbasis, waarmee de trend van toenemende cao-loonstijgingen elk kwartaal voor het tweede opeenvolgende jaar voortduurde.

Interessant is dat de reële cao-loonontwikkeling, gecorrigeerd voor inflatie, in het laatste kwartaal ongeveer 2,9 procent bedroeg. Echter, de inflatiecijfers voor het gehele vierde kwartaal zijn nog niet bekend, waardoor dit een voorlopige schatting is. Tot aan het vierde kwartaal lieten de cijfers een negatieve reële loonontwikkeling zien, met lonen die minder snel stegen dan de prijzen, resulterend in een negatieve reële loonontwikkeling van -2,1 procent voor heel 2023.

De overheidsector zag de grootste loonstijging in 2023 met 7,0 procent, gevolgd door particuliere bedrijven en gesubsidieerde instellingen met stijgingen van respectievelijk 5,9 en 5,5 procent. Deze stijgingen binnen de overheid werden breed gedragen door meerdere cao’s, waaronder die van gemeenten, het Rijk, waterschappen en onderwijs, na een significante loonstijging in het onderwijs in 2022.